Floor van Dokkumburg
Er is niets wat mijn fantasie zo prikkelt als een goed kinderboek. Als ik zo'n boek lees, vergeet ik alles wat er om mij heen gebeurt. Het boek speelt zich dan af als een film in mijn hoofd. Soms is het een vrolijke film, soms een enge of verdrietige, maar één ding hebben ze allemaal gemeen: het is altijd jammer als 'ie weer uit is.
Bespreking(en) door Floor van Dokkumburg
In dit eerste deel van de serie over de Waanzinnige Boomhut maak je kennis met Andy en Terry. Ze wonen in een boom, maar niet zomaar een boom: een waanzinnige boomhut met wel dertien verdiepingen! Als lezer word je meegenomen door hun prachtige hut. Er is een bowlingbaan en ook een aquarium met mensen etende haaien. Er is zelfs een marshmallowmachine!
Het verhaal spreekt erg tot de verbeelding. Welk kind heeft er nou nog nooit gedroomd van een snoepjesmachine of een machine die je spruitjes laat verdwijnen? Het verhaal wordt rijkelijk ondersteund met illustraties. Op elke pagina staat wel een zwart-wit tekening. De ene keer gaat het om een strip, de andere keer om een soort doodle. Soms nemen de illustraties zelfs de overhand en is er geen tekst.
Als lezer kan je lachen om zowel het verhaal als om de illustraties. Wanneer Terry bijvoorbeeld een pot zeeapen thuisbezorgd krijgt en het laboratorium ineens vol met apen zit, wordt dit -op zich al grappige- verhaal ondersteund door een hilarische prent. Doordat het verhaal zo goed aansluit op de kinderfantasie, worden kinderen echt gegrepen door het verhaal en kunnen ze uren blijven lezen. Het is dus maar goed dat er nog veel meer delen volgen op dit eerste deel!
In de klas kan je ontzettend leuke creatieve opdrachten doen naar aanleiding van dit boek. Met verschillende materialen kan je zelf een waanzinnige boomhut knutselen. Ieder kan dit voor zich doen, maar ook als groepsproject waarbij iedere leerling een kamer maakt, is dat een groot succes. Ook kan je samen lekker fantaseren over je eigen Waanzinnige Boomhut. Wat moet hier nou in komen en wat absoluut niet? Waarom wil de één wel een aquarium met mensen etende haaien en vindt de ander dat vreselijk? Kortom: dit boek biedt genoeg knutsel- en gespreksstof!
De titel van Het Tweede Waanzinnige Moppenboek zegt het al: dit boek zit vol met moppen! Oude, bekendere moppen, maar ook nieuwe, onbekende moppen én raadsels zijn allemaal in dit boek te vinden. De moppen zijn gesorteerd op thema en elk thema wordt kort ingeleid door een personage. Zo worden de hondenmoppen verteld door Blaffy de hond en neemt Kapitein Houthoofd de piratengrappen voor zijn rekening.
De kaft van het boek is knaloranje en staat vol met vrolijk gekleurde tekeningetjes van onder andere honden, kikkers en Andy en Terry (bekend van de Waanzinnige Boomhut-serie). Hoewel de kaft een bont gekleurd, aantrekkelijk spektakel vormt voor kinderen, is de binnenkant volledig in zwart-wit uitgegeven. Dit maakt de binnenkant echter niet minder spectaculair: op elke bladzijde staan wel een aantal grappige illustraties. Sommige illustraties zijn paginagroot, andere illustraties juist piepklein, maar op elke pagina is wel iets te zien.
Op iedere pagina van dit boek staat wel een mop, op sommige pagina’s zelfs meerdere. De ene mop is een raadsel van maar een paar woorden, terwijl andere moppen soms wel een hele pagina beslaan. De afwisseling in het boek, zowel tussen moppen en raadsels als tussen verschillende thema’s, maakt dat het boek voor elk wat wils heeft. Iedereen kan wel een keertje lachen met het Waanzinnige Moppenboek.
Kinderen vanaf groep 4 kunnen dit boek zelf lezen. Omdat het boek geen verhaallijn heeft, is het niet een echt voorleesboek. Toch zou je er af en toe een mopje uit voor kunnen lezen, bijvoorbeeld tijdens de dagopening in de klas. Je leerlingen beginnen de dag dan gegarandeerd met een lach!
Bovenop een besneeuwd dak steekt een torso uit de schoorsteen, compleet met mijter en staf. Naast hem staat een dappere ridster, die hem met blosjes op haar wangen aan zijn oksels omhoog probeert te trekken. Dit is wat je ziet op de prachtig geïllustreerde kaft van Sint zit vast! – Een avontuur van de Dappere Ridster. De kaft spreekt aan – net als de rest van de illustraties in het boek- en maakt direct duidelijk waar het verhaal over gaat.
Sint zit vast! is een kort avonturenverhaal over de Dappere Ridster. Zij moet Sinterklaas helpen, die vast zit in de schoorsteen. Er is echter één probleem: de Sint zit muurvast! Zal het de Dappere Ridster lukken om Sinterklaas op tijd los te krijgen?
Doordat het verhaal over een probleem gaat dat snel opgelost moet worden, is het erg spannend. Daarnaast is het grappig, door de verschillende (woord)grapjes in het boek. Zo zegt de Sint: ‘Ik moet een hoop’, waardoor de Dappere Ridster denkt dat hij het erg druk heeft. Sint bedoelt echter iets heel anders!
In de klas kan je dit verhaal perfect voorlezen in de Sinterklaastijd. Je kunt het al voorlezen vanaf groep 3, maar voor deze leeftijd hebben enkele woorden nog wel wat uitleg nodig. Zo ‘staken’ de Pieten omdat ze elkaar ‘opgezweept’ hebben en ‘tuft’ de Dappere Ridster op de grond. Daarnaast kan je aan de hand van dit verhaal verschillende emoties goed bespreekbaar maken in de klas. De Dappere Ridster is zenuwachtig als ze Sinterklaas moet helpen en Sint is op zijn beurt bang in de schoorsteen. In de Sinterklaastijd, die toch al gepaard gaat met veel spanning en andere emoties bij kinderen, is het fijn dat je het op ook op deze manier in kunt zetten.
Het sprookjesachtige prentenboek De redders van Ruigrijk is écht voor ieder kind. De diversiteit aan personages maakt dat vrijwel ieder kind zich in een personage kan herkennen. Rutger wil ridder worden en zit in een rolstoel, Ella wil prinses worden en is blind. Op de ridderschool zit een ridder met maar één arm, maar ook een ridder zonder handicap en zelfs een ridder die bang is voor spinnen. Kortom: dit sprookje geeft ieder kind een dapper personage waar hij of zij zich in kan herkennen. Dat is het mooie aan dit boek: het is inclusief.
Wat dit boek ook mooi maakt, zijn de paginavullende illustraties die je op elke bladzijde kunt vinden. Voor de illustraties, gemaakt door Esther Rosier, zijn veel donkere kleuren gebruikt. Deze donkere illustraties dragen bij aan de spanning in het boek. De kaft is hier een voorbeeld van: aan de donkere wolken en de woeste golven zie je direct dat Rutger en Ella een spannende overtocht maken.
De donkere illustraties contrasteren met de sprankelende boodschap van dit verhaal. Het is een verhaal over moed en doorzettingsvermogen, maar bovenal laat dit verhaal kinderen zien dat ze alles kunnen worden wat ze maar willen.
Al vanaf groep 1 en 2 kan je dit boek voorlezen in de klas. Het past uitstekend binnen thema’s als ‘sprookjes’ en ‘ridders’ in de kleuterklas. Het boek leent zich ook goed als startpunt voor lessen beeldende vorming of techniek in ieder leerjaar. In de onder- en middenbouw kan bijvoorbeeld een vuurspuwmachine ontworpen worden, net als hoofdpersoon Rutger deed. Met de bovenbouw kan een pretpark of speeltoestel ontworpen worden dat voor iedereen toegankelijk is. Een opdracht geheel in de stijl van dit boek, dat uitkwam ten tijde van de opening van Het Nest, een rolstoeltoegankelijk speelpark in De Efteling.
Wie Het dikke boek van alle bijzondere dieren uitpakt, staat meteen versteld. De prachtige groene kaft met de gouden illustraties doet denken aan een sprookjesboek en de gouden paginaranden geven het boek een luxueuze uitstraling.
De verwondering houdt niet op wanneer je het boek openslaat. Alle 104 bijzondere dieren die besproken worden, krijgen in dit boek een dubbele pagina met daarop een prachtige, paginagrote gedetailleerde foto van het dier. Naast deze indrukwekkende foto’s is een abstracte tekening van het dier te vinden.
Niet alleen de vormgeving van het boek maakt indruk, maar ook de inhoud. Het dikke boek van alle bijzondere dieren gaat over de meest uiteenlopende diersoorten. Insecten, reptielen en zoogdieren: alles komt voorbij. De uitleg over de dieren spreekt tot de verbeelding. De neus van een zwaardvis wordt bijvoorbeeld vergeleken met een neus ‘zo lang als een tennisracket’. Daarnaast staat het boek boordevol interessante weetjes. Wist je bijvoorbeeld dat elke gorilla een andere neusafdruk heeft, net zoals vingerafdrukken bij de mens?
Het boek is goed zelf te lezen vanaf groep 5 en is voor jongere kinderen zeer geschikt om samen met hun ouders te lezen. In de klas is dit boek handig om te gebruiken als bron voor een informatieve tekst of een les wereldoriëntatie. Ook voor stillezen is het geschikt. Na het lezen kunnen kinderen een weetje met de klas delen. Daarnaast kan de leerkracht de weetjes als raadsel aan de kinderen voorleggen. Welk dier heeft bijvoorbeeld roze zweet, dat hij gebruikt als zonnebrand?