Wie is wie te slim af?
Daar draait het om in dit grappige boek vol doldwaze avonturen van Agent en Boef. Eerder verscheen er van de hand van auteur Tjibbe Veldkamp al een hele serie prentenboeken en AVI-boekjes. Ditmaal heeft Tjibbe Veldkamp zichzelf overtroffen met dit boek voor kleuters, waarin de letters van het alfabet centraal staan. Het boek is perfect om samen te lezen en biedt kleuters de kans om de letters te ontdekken en te leren lezen. Op elke bladzijde staat een letter en een daaraan gekoppeld avontuur centraal. Onderaan de bladzijde staat ook vermeld welke plek de letter in het alfabet heeft.

Kinderen die nog niet zelf lezen, kunnen aan de hand van de prachtige illustraties van Kees de Boer voorspellen en vertellen wat er gebeurt in het verhaaltje. Hierdoor wordt rijke taal uitgelokt. Door daarna het verhaal voor te lezen, raken kinderen vertrouwd met de opbouw van een verhaal. Dat is wat mij betreft ook de kracht van dit boek. Heel knap gedaan!

Wie gaat er mee op boevenjacht?

Met Ki & Hi: Een gekke familie las ik voor het eerst een manga. Toen ik het boek uit de envelop haalde was ik wel even in verwarring. Is dit wel goed? Tot ik het boek opendeed. Dit boek lees je dus van achter naar voor. En dan ook nog van rechts naar links en van boven naar beneden. Eerlijk is eerlijk. Ik had wel even een error. Dus was heel benieuwd. In het begin even wennen maar als je eenmaal aan het lezen bent dan went het snel. Er is ook nog een stuk waarin je zelf keuzes moet maken en dus invloed hebt over hoe het verhaal gaat.

Het boek gaat over de broers Ki en Hi en hun moeder Mi die na maanden weer terugkomt uit het blauwe dorp. Het boek leest heerlijk weg en als je eenmaal begint dan blijf je lezen. Het boek zit vol grapjes, humor en avontuur. 

Uiteraard nam ik het boek ook mee naar school. Het boek leent zich er niet zo voor om voor te lezen, het is echt een zelfleesboek. Het boek gaat de klas rond en zelfs een niet-lezer vraagt: “Juf mag ik nog een klein stukje verder lezen?” Het boek eindigt met een vooruitblik naar deel 3. Iets waar de kinderen uit mijn klas nu al naar uitkijken. Een aanrader voor kinderen vanaf groep 5.

De verhalen van Agent en Boef zijn niet meer weg te denken uit (voor)leesland.

Na de geweldige prentenboeken kwamen er al snel boeken om zelf te lezen voor kinderen in groep 3 en groep 4. Nu is hier dan het allereerste boek waarin de letters worden aangeboden voor jonge lezers! Kleuters zullen de letters herkennen en kunnen het boek samen lezen met iemand die het lezen al beheerst. Aan iedere letter van het alfabet is een woord gekoppeld met een passend, kort verhaal. Het boek heeft een prettig formaat om samen in te lezen. De verhaaltjes zijn volledig geïllustreerd, bij ieder stukje tekst een passende illustratie. Een mooi stimulans voor de jonge lezer om het verhaal te volgen en na te vertellen of op eigen wijze voor te lezen. In de titel van het verhaal wordt de 'kleine' letter gebruikt, onderaan de pagina staat de hoofletter. Een mooie manier om beide aan te bieden. Al met al een heerlijk boek voor kleuters en startende lezers in groep 3/4!

Een geweldig nieuw spel van Vos en Haas! 

In de doos vind je twee verschillende memospellen, te onderscheiden aan de kleur op de achterkant. Met de oranje kaarten maak je een kort verhaal, waarbij het gaat om oorzaak/gevolg. Bij de groene kaarten oefen je letters van het alfabet, passend bij een kaartje met een woord dat begint met deze letter.

Over dit spel ben ik als leerkracht erg enthousiast, want wanneer je dit met kinderen speelt valt er zoveel al spelend te ontdekken en te oefenen. Denk bijvoorbeeld aan de taalvaardigheid, bij het maken van het verhaal oefenen de kinderen het chronologisch vertellen van gebeurtenissen. Doordat er in alles een oorzaak/gevolg-situatie wordt uitgebeeld is dit een mooi spel om dit te oefenen met de kinderen. Stel dat kinderen het verbaal moeilijk vinden, door het leggen van de kaartjes is wel te zien of ze het mogelijk wel kunnen. Bij het groene memoryspel spreekt het voor zich dat het een mooie aanvulling is op het oefenen van de letters en het lezen van woorden, fijn hierbij is dat er aandacht is voor zowel de 'kleine' als de hoofdletter.

De memoryspellen zijn los van elkaar te spelen, maar mocht je het moeilijker willen maken dan maak je er een groot spel van! De jokers zijn optioneel toe te voegen in het spel. Met de jokers ben je meteen de winnaar van het spel!

Al met al een geweldig spel voor zowel thuis als in groep en absoluut een aanrader als cadeautje!

Sunita heeft het meest leuke baantje ooit, ze helpt als vrijwilliger in de dierenkliniek van dokter Anna. Zelf droomt ze al jaren van het hebben van een eigen kat, maar helaas ziet haar moeder dat allesbehalve zitten. Des te gelukkiger is ze wanneer de kat van dokter Anna, Socrates, haar als één van de weinige mensen accepteert en met regelmaat bij haar komt liggen om te knuffelen. Wanneer Sunita met haar vrienden een wilde kattenkolonie ontdekt wil ze het liefst alle katten adopteren, maar de vraag is of wilde katten daar wel behoefte aan hebben. De angst slaat toe wanneer de vrienden erachter komen dat de buurt het liefst af wil van de katten en de gemeente heeft verzocht om de kolonie te verwijderen. Samen met dokter Anna maken ze een plan en hopen ze zowel de katten te helpen als de buurt veiliger te maken. Maar wanneer Sunita een onverstandig besluit neemt en daarmee in het ziekenhuis belandt brengt ze onbedoeld de missie en haar grote droom in gevaar.

Een leuk boek voor kinderen vanaf een jaar of 7 die gek zijn op katten! Wel een risico voor ouders die liever geen kat in huis willen, want de kinderen krijgen een goede tip hoe ze dit aan kunnen pakken. 

Ik heb het boek Stinkstoute panda met veel plezier gelezen. Het heeft een handzaam formaat met een fijne bladspiegel. De tekst wordt afgewisseld met veel illustraties. Deze illustraties zijn allemaal getekend in zwart-grijs- en roodtinten. Waardoor het een rustige uitstraling geeft. Er zijn ook stripjes in getekend. De illustraties vormen een onderdeel van het verhaal. Hierdoor is het voor beginnende lezers goed te volgen. Er staan soms wel lastige woorden in de tekst zoals ‘lasagnadrilpuddinkjes’. Het is leuk om deze lange samengestelde woorden met de kinderen te bekijken. Ook staan er grappige woordspelingen in het boek zoals ‘we zullen ze een bamboepoepie laten ruiken’. Dit maakt het wel uitdagend voor de sterkere lezers. Het boek is dan ook zeker een aanwinst voor deze jonge lezers. 

In het boek volgen we de avonturen van pandabeer Lin. Ze moet samen met haar broer ‘Snoet-als-een-zak-vol-aardappels’ verhuizen naar een dierentuin. Iedereen vindt haar schattig. Maar ze wil helemaal niet schattig zijn. Dus gaat ze op zoek naar manieren om superstout te zijn. Dat is nog niet zo makkelijk. Want bij alle stoute dingen die ze doet wordt ze toch weer schattig gevonden. Een grappig verhaal volgt. Zou het lukken de stinkstoutigste panda ooit te worden? 

Het lijkt wel of Tosca Menten sneller dan het licht schrijft! Dit jaar viert ze haar vijfentwintigjarig jubileum als auteur en in deze vijfentwintig jaar heeft ze meer dan vijftig boeken geschreven! Dan kan je gerust spreken van een productieve pen.

Zelf ben ik al jaren fan van Tosca Menten. Ze kwam eens op schoolbezoek, in de periode dat Dummie de Mummie net was verschenen. Daarna ben ik de serie gaan lezen en sparen en kwam ik steeds vaker een boek van haar tegen.

Wat me vooral aanspreekt in haar boeken zijn de humor en de absurditeiten. Of dat nou om juffrouw Pots gaat, Dummie de Mummie, de familie Kokos (uit de Gouden Kokosnoot), of het verhaal over Knor: er is altijd veel te lachen in de verhalen. En zo is dat ook in haar nieuwste boek De Reuzenpoffer. De verhalen zijn grappig, verrassend, soms vies en met de hoofdpersonen loopt het lang niet altijd goed af. Dit laatste is ook een prettig afwisseling van alle ‘happy end’-verhalen.

In dit boek staan verschillende verhalen en versjes, die bijna allemaal al eerder zijn verschenen in boeken van Tosca Menten. Alleen het titelverhaal is nieuw. Dat gaat over Joris, die samen met zijn oom een reuze poffertje bakt voor de koning. En, hoe kan het ook anders, gaat dat natuurlijk niet zoals gepland. Verder nog verhalen over een spin die liever een vijfsterrenhuis bouwt dan een wielwebhuis zoals z’n broers en zussen, over een opa die wratten koopt, over een weddenschap waarbij een spin wordt opgegeten en over de chocoladetandarts.

Hoewel er dus maar één nieuw verhaal in dit boek staat, is De Reuzenpoffer wel een boek dat je in de boekenkast wil hebben! De verhalen zijn prima om zelf te lezen (vanaf een jaar of 8) of om voor te lezen. De kinderen zullen huiveren, gruwelen, maar vooral veel lachen!

Zelfs zonder groene vingers kun je met dit boek je kamerplanten levend houden. 

Maak je eigen plantenparadijs is een geweldig boek voor iedereen met en zonder groene vingers. Zelf kan ik me indelen bij de groep mensen zonder groene vingers. Met een man die zeer zeker wel groene vingers heeft is dit boek voor mij dus een aanwinst in de boekenkast. De duidelijke inleiding en inhoudsopgave maken dat je op verschillende manieren met dit boek aan de slag kunt. Je kunt het lezen als een informatieboek en zo meer leren over allerlei veel voorkomende kamerplanten. Je kunt ook een plant opzoeken en daar mee aan de slag. Met duidelijk kleurrijk geïllustreerde illustraties lees je over 12 verschillende kamerplanten hoe je ze verzorgt en kunt stekken. Dit kan gewoon niet misgaan. Naast deze informatie staan er nog leuke tips en activiteiten in dit boek. Een boek geschreven voor kinderen maar dus ook voor volwassenen zeker bruikbaar. Met wat hulp kunnen kinderen vanaf een jaar of 7 aan de slag met dit boek.

Zelf heb ik de tekst van ‘zo stek je jouw pannenkoekplant’ in de klas als begrijpend leestekst gebruikt. En ook uitgevoerd. Wat een enthousiasme en betrokkenheid. Maar ook een tekenles, natuurles of een les over duurzaamheid behoren tot de mogelijkheden met dit boek. 
Een aanrader dus voor iedereen die zich wil verdiepen in de verzorging van kamerplanten. Een boek dat zowel thuis als op school goed in te zetten is en kinderen weet te prikkelen om zelf aan de slag te gaan. Vanaf nu loop ik anders door een tuincentrum!

Zelfs in het leven van een stinkhond gebeuren leuke dingen.

Als je niets van de wereld begrijpt en leeft in een vuilnisbak, je vriend Plattekat heet en je aan het begin van de dag niet weet wat de dag je brengen zal….hoe zou dat zijn? Welkom in het leven van Stinkhond. En als je denkt dat het leven van Stinkhond saai is… dan zit je er goed naast! Dit boek bevat maar liefst drie verhalen: Stinkhond gaat naar school, Stinkhond op de boerderij en Stinkhond naar het circus.

Niet alleen de prachtige illustraties van Marc Boutavant zitten vol humor, ook de verhalen staan bol van de woordgrappen en dubbelzinnige opmerkingen. De schrijfstijl van Colas Gutman is heel prettig om te lezen. In het eerste deel van dit boek wil Stinkhond graag leren lezen en schrijven. Stinkhond denkt dat hij niets te bieden heeft, maar rijkdom is niet te vinden in dure spullen. Wel in een groot hart. En daarmee is Stinkhond rijker dan de mooiste honden. In het tweede deel gaat Stinkhond op avontuur naar de boerderij. Hij wil graag weten of kippen tanden hebben en of de koe die lacht smeerkaasdoosjes als oorbellen heeft. Stinkhond gaat op ontdekkingsreis en leert dat er vreemde dingen gebeuren op deze boerderij. Waar ben je gelukkiger: in een luxe circus waar je een nummer bent of in een arm circus waar men je bij naam kent en er liefde is voor elkaar? Stinkhond gaat op onderzoek uit en ontdekt waar het echt om draait in dit derde en laatste verhaal van dit boek. Stinkhond laat in al zijn avonturen een prachtige afspiegeling van onze huidige maatschappij zien. Heel knap gedaan!

Stinkhond, alias het vuilnisbakkenmonster: iedereen kent zijn naam, maar niemand kent zijn kracht. Totdat je dit boek gelezen hebt. Kinderen vanaf 4 jaar zullen van de doldwaze avonturen smullen als ze hieruit voorgelezen worden. Een stinkende aanrader!

In oorlog. Dat wil je niet zijn, daar komt alleen maar ellende van. Is dit boek dan ook één en al ellende? Nee, gelukkig niet!

De ondertitel van dit boek is ‘De geschiedenis van het oorlog voeren’ en dat is precies waar dit boek over gaat. In korte verhalen schets Arend van Dam belangrijke oorlogen uit de geschiedenis, in chronologische volgorde. Dat begint bij een oorlog in Akkadië, zo’n 4000 jaar geleden, en gaat via oorlogen in het oude Mesopatamië en Egypte, naar het Middeleeuwse Frankrijk. Daarna zijn er verhalen over oorlogen in Nieuw-Zeeland, Zuid-Afrika en de Verenigde Staten. En tot slot komen de oorlogen in de twintigste eeuw aan bod: de Eerste en Tweede Wereldoorlog en ook de Koude Oorlog. 

Stuk voor stuk indrukwekkende verhalen over oorlogen waarvan de uitkomst soms beslist wordt door een toevalligheid, een slimmigheidje van een generaal of door een uitvinding op het juiste moment. Soms levert zo’n oorlog een winnaar op, maar veel vaker zijn er alleen maar verliezers. Dit boek laat ook die kant van de oorlog zien.

Wat ik fijn vind aan dit boek zijn de losse verhalen. Die zijn goed te gebruiken om voor te lezen in de klas, of om te gebruiken in een les begrijpend lezen. Samen vormen ze een mooi geheel en een goede kijk op de oorlogen uit de geschiedenis. Daarnaast zijn de mooie illustraties zeker een toevoeging aan de verhalen!

In ieder kind schuilt een held. En op een dag zul jij de held in jezelf ontdekken.

‘Als je het allerergste van de wereld al hebt meegemaakt is er niet veel meer om bang voor te zijn.’ Vanuit die gedachte beleef je de avonturen van de elfjarige Bibi in de nieuwe serie van Kevin de Vampier. 
Bibi woont al tien jaar bij haar twee verzuurde tantes, die haar heel streng opvoeden in het stadje BENEDEN-ELLENDE. Bibi beleeft weinig avonturen. Daar heeft ze ook geen tijd voor, want ze moet heel veel taken voor haar tantes uitvoeren. Bovendien woont er een hele strenge burgemeester in de stad die besloten heeft dat er geen plezier gemaakt mag worden vanwege een monster die al 73 jaar achter de heuvels slaapt. De laatste keer dat het monster wakker werd, is de halve stad vernield. Dat mag niet nog een keer gebeuren. En dus verloopt elke dag voor Bibi saai en eentonig. Totdat…. Kevin de Vampier met zijn familie door een ongelukkige samenloop van omstandigheden in het stadje terecht komt en hij Bibi ontmoet. Vanaf dat moment is niets meer saai in het leven van Bibi. Helemaal niet wanneer het monster na lange tijd brullend wakker wordt en de berg begint te trillen…. De grote mensen in het stadje zijn bang. Zullen Kevin en Bibi in staat zijn om BENEDEN-ELLENDE te redden? 

Kevin de Vampier is het eerste deel van een serie over het leven van een vampier. Het verhaal wordt wisselend geschreven vanuit het perspectief van Kevin en Bibi. Wanneer de twee elkaar ontmoeten, ontstaat er een warme vriendschap tussen hen en beleven ze de meest doldwaze avonturen. Alhoewel de levens van Kevin en Bibi ogenschijnlijk heel verschillend zijn, blijken ze toch meer overeenkomsten te hebben dan ze eerst dachten. Het verhaal leest vlot weg en is grappig en spannend tegelijk. De zwart-witte illustraties passen goed bij het verhaal. Zelfstandig te lezen vanaf ongeveer 7 jaar.

Met Onze wereld in beeld heb je een dikke en uitgebreide encyclopedie in handen! Informatie is geordend in diverse thema's. Denk hierbij aan: de ruimte, aarde, natuur, wetenschap, technologie, geschiedenis, cultuur & maatschappij en entertainment. Deze verdeling is prettig, enerzijds omdat het vanuit het grote geheel zich steeds verder toespitst op het leven van alledag. Anderzijds omdat kinderen zo via de diverse thema's kunnen zoeken naar de informatie die zij nodig hebben of verder willen onderzoeken.

De pagina's zijn glad en de illustraties zijn erg mooi en volledig in kleur. Er is verschil in de opmaak van de tekst, denk daarbij bijvoorbeeld aan de grootte van de lettertekens. Ook zijn belangrijke woorden vetgedrukt. Inhoudelijk zijn de teksten goed te begrijpen voor kinderen vanaf een jaar of 10 en is de verhouding tussen tekst en illustratie ook prettig. Er valt veel te zien, waarbij de teksten met uitleg kort en bondig zijn. Fijne toevoegingen zijn de verklarende woordenlijst achterin het boek en het register waarin kinderen kunnen zoeken. Mooi om ook dit te oefenen met de kinderen, aangezien heel veel kinderen gewend zijn om te zoeken via zoekmachines op het internet.

Al met al een heel goed boek om als naslagwerk in de schoolbibliotheek te hebben, maar ook echt fijn om thuis te gebruiken. Heerlijk voor kinderen die houden van kennis en feiten en graag meer ontdekken.

Tof boek dat veel weetjes over het klimaat en het milieu op een heel duidelijke manier uitlegt. Prima aanvulling voor je eigen boekenkast of de bibliotheek op school!

Je voetafdruk is toch gewoon de afdruk van je voet? Hoe kan het dan dat deze groter is dan je schoenmaat? Deze vragen kwamen gelijk bij me op toen ik de omslag van dit boek zag. Eerlijk gezegd vind ik dat altijd fijn, een omslag die je gelijk prikkelt en nieuwsgierig maakt om het boek te gaan lezen.

Het toffe aan dit boek vind ik dat het bestaat uit korte hoofdstukken. Elk hoofdstuk beslaat twee pagina’s en behandelt een weetje. Denk aan weetjes als “Waarom bomen de airco’s van de aarde zijn”, “Waarom fijnstof beter ‘niet-zo-fijnstof’ kan heten” en “Waarom poep goud waard is”. Deze weetjes worden duidelijk en luchtig uitgelegd, zodat de moeilijke onderwerpen goed te begrijpen zijn. De illustraties dragen daar ook aan bij.

Het boek is zelf te lezen vanaf ongeveer 8 jaar. Toch denk ik dat er woorden en begrippen in staan die voor deze leeftijd nog (best) lastig kunnen zijn. Voorlezen kan natuurlijk wel, dan kan je als voorlezer zelf nog wat extra uitleg geven als dat nodig is.

De teksten zijn ook goed te gebruiken op school. Zeker omdat klimaatverandering de laatste jaren volop in het nieuws is, is dit boek echt een prima aanvulling voor de schoolbibliotheek! In de klas (vanaf groep 5 of 6) kan je de teksten gebruiken bij een vak als aardrijkskunde of natuur. 

Dieren als hoofdpersonen in een boek? Daar zijn best wat voorbeelden van. Maar toch is dit boek anders! 

In dit boek draait het, net als in het eerste deel, om de egel Jefferson. In het eerste boek beleefde hij samen met zijn vriend Gijsbert (een varken) een spannend avontuur in het buurland, waar mensen wonen. In Een verdwijning met een staartje studeert Jefferson en is Gijsbert net een eigen bedrijf begonnen als verwarmingsmonteur. Als ze er achter komen dat hun kennis Simone verdwenen is, gaan ze op onderzoek uit. Jefferson en Gijsbert proberen te achterhalen waar Simone zich bevindt. Als ze dat te weten komen, storten Jefferson en Gijsbert zich in een nieuw avontuur. Want hoe red je iemand die misschien niet gered wilt worden?

Er komen wel wat personages uit het eerste boek terug in Een verdwijning met een staartje, maar dit tweede boek over Jefferson is prima te lezen zonder dat je deel één hebt gelezen. 

Eén van de leuke dingen aan dit boek vind ik dat de dieren zich net als mensen gedragen. Dit levert regelmatig grappige situaties op. Toch heeft het verhaal ook een serieuze kant, met thema’s als eenzaamheid en vriendschap. Daarnaast zit er spanning in het verhaal, worden de verschillende personages goed neergezet en zijn er een aantal (verrassende) plotwendingen. Kortom, een spannende dierendetective!

Een boek om in te duiken en voorlopig ook niet meer los te laten!

Na de Britannica Listopedia voor de wat oudere kinderen die alles willen weten en ontdekken is dan hier een echte encyclopedie voor het jonge kind! Met dezelfde dikke uitstraling is het een aantrekkelijk boek voor de jonge wereldontdekker. Het boek is groot, stevig en kleurrijk. Een boek om in te duiken en voorlopig ook niet meer los te laten! De onderwerpen staan dicht bij de belevingswereld van het kind en nemen de lezer tegelijkertijd mee de wereld in. Het boek laat de kinderen ontdekken hoe de aarde eruitziet en hoe wij als mens hier leven. De onderwerpen lopen vloeiend in elkaar over en laten zo zien dat alles op aarde met elkaar verbonden is. De illustraties verduidelijken de korte en bondige teksten. Het is een boek dat leuk is voor jonge ontdekkers en goed inzetbaar in de kleutergroepen. Doordat veel woorden duidelijk worden gemaakt door de plaatjes, is het boek ook goed te gebruiken ter ondersteuning van woordenschat- en/of taalontwikkeling. Tevens goed in te zetten bij diverse thema's, al met al een echte aanrader!

Wauw! Dit boek is echt prachtig vormgegeven en prikkelt mijn nieuwsgierige leerlingen. De teksten hebben een hoge informatie dichtheid. Daardoor is dit boek geschikt voor mijn sterke lezers om zelfstandig mee aan de slag te gaan. Het mooie aan dit boek is dat de informatie per twee bladzijden is geordend, steeds met duidelijk tussenkopjes. Je hoeft het boek dus niet in een vaste volgorde te lezen om de informatie te begrijpen. Dit boek zit boordevol met weetjes en het behandelt echt alle aspecten die je maar met ‘hersenen’ kunt associëren. Van mens tot dier, robot tot hypnose; echt alles wordt uitgelegd. Hier en daar moest ik op zoek naar aanvullende informatie om mijn groep goed te kunnen bedienen. Veel dingen moest ik zelf ook nog even uitzoeken ;-)

Dit boek is geschikt zeker voor Close reading lessen! Door de vormgeving, hoge informatiedichtheid worden het leuke lessen om met een bovenbouwgroep uit te pluizen. 
Dit boek kan aansluiten bij meerdere thema’s; een thema over het menselijk lichaam, het dierenrijk of wetenschap zijn enkele voorbeelden.

Ik leg het boek onder mijn documentcamera en dan gaan we in de groep lekker aan de slag met het rangschikken van de informatie. De experimenten vonden mijn leerlingen leuk om te doen; de optische illusies blijven favoriet.

Dit boek is zeker een aanrader! Een must-have voor in elke bovenbouwgroep.

De school van de magische dieren: Top of flop! (deel 5 van de serie)

Ik had al veel gelezen over de boekenserie van de school van de magische dieren, maar zelf had ik nog niet een boek van de serie gelezen. Toen bij mij deel 5 op de mat viel, was ik dus erg nieuwsgierig!

Het boek begint met een inleiding waar een aantal belangrijke personages worden voorgesteld. Ook wordt er verteld welke kinderen in de vorige delen al een eigen magisch dier hebben gekregen en wie deze dieren zijn. Hierdoor maakt het niet uit of je de vorige delen al hebt gelezen of niet.

De schrijver heeft een spannende schrijfwijze en door de opbouw van het boek, blijf je nieuwsgierig en geboeid tot het eind. Je wilt graag weten wie het nieuwe magische dier krijgt en welk dier hij of zij precies krijgt. De hoofdpersonen in het boek zijn realistisch beschreven. In het begin van het boek worden de personen op een globale manier beschreven en kijken ze vooral naar het gedrag dat ze in de klas laten zien. Maar gaandeweg het boek kom je erachter wat deze persoon precies denkt en waarom hij of zij zich zo gedraagt.

De voorkant van het boek ziet er prachtig uit en pas na het lezen van het boek, valt mij op dat alle kleine tekeningen passen bij gebeurtenissen in het boek. Ook staan op de voorkant de nieuwe dieren die in dit boek een hoofdrol hebben.

Het boek is geschikt voor de middenbouw, zowel om zelf te lezen als om voor te lezen. Het boek leest prettig door het grote lettertype en de eenvoudig opgebouwde zinnen.

Humor, spanning en fantasie gaan hand in hand in dit boek, dus absoluut een aanrader om dit boek (voor) te lezen!

Elke stad of streek heeft zo wel zijn eigen legendes die doorverteld worden. Vaak spannende verhalen over mysterieuze wezens of gebeurtenissen. Zo is het ook in het stadje Owee aan Zee. Daar wordt jaarlijks Gruwelavond gevierd, met als één van de hoogtepunten de uitvoering van een schimmenspel. In dit schimmenspel draait het om de legende van de Schaduwgruw, een schaduw van een man met hoorns op zijn hoofd en een brede Jan Klaassen-grijns, die andere schaduwen vangt en zo de macht over die personen krijgt. 

De komst van de bekende illusionist Caliastra zet het leven van Herbie Citroen (gevonden-voorwerper in het Grand Hotel Nautilus) op z’n kop. Violet Purperwier (vriendin van Herbie) denkt er het hare van en vertrouwt Caliastra niet. Herbie en Violet belanden in een spannend avontuur en komen steeds meer te weten over verschillende inwoners van Owee aan Zee, over Caliastra en over de legende van de Schaduwgruw. Of is het, zoals de auteur schrijft, dat “in het hart van elke legende een sprankje waarheid schuilt” en is de Schaduwgruw levensecht?

‘Het geheim van de Schaduwgruw’ is prima te lezen door kinderen in de bovenbouw. Het verhaal is goed opgebouwd en spannend. Daarnaast zijn de personages boeiend beschreven, maakt de auteur gebruik van de nodige fantasie en bedacht hij mooie nieuwe woorden als fantasiemagorieën, domkopperds en Aangespoeldewarenhuis.

Dit boek is het derde deel in de reeks over Herbie Citroen, er komen wel personages en gebeurtenissen terug uit de eerste twee delen. Zelf vind ik het altijd prettig om een boekenreeks vanaf het begin te lezen, maar het boek is naar mijn mening goed te lezen zonder de voorkennis uit vorige delen. 

Kastelen is een prachtig informatief boek. Het boek bevat hele mooie tekeningen, kleurrijke foto’s en oneindig veel informatie. De gestructureerde opbouw van het boek leest prettig. De algemene informatie over kastelen, zoals de bouw, de kasteelbaantjes, het eten en het leven op een kasteel, worden afgewisseld met informatie over een bepaald kasteel. Er wordt verteld wat er bijzonder is aan het kasteel, hoe het kasteel er vroeger uit heeft gezien en een kleurenfoto met hoe het kasteel, of de resten ervan, er nu uitzien. Op deze manier worden er bijzondere kastelen over de hele wereld beschreven. Er wordt gebruik gemaakt van eenvoudige taal en moeilijke woorden worden in de tekst dikgedrukt, zodat je die achterin het boek bij de woordenlijst kunt opzoeken.

Het boek is zelf te lezen vanaf ongeveer 8 jaar en een echte aanrader voor kinderen die van kastelen en/of geschiedenis houden. Dit boek zou eigenlijk in de boekenkast van elke bovenbouwklas moeten staan. Het boek is geschikt om te gebruiken tijdens een project over kastelen en de Middeleeuwen. 

Kortom een echte aanrader!

Winnie de Poeh - Er was eens een beer start in het woud. Christoffer Robin zit met zijn vriendjes bij elkaar. Teigetje vraagt zich af hoe Christoffer Robin in het woud terecht is gekomen. Vanaf het tweede hoofdstuk vertelt Christoffer Robin over de komst van zijn vriendjes. De verhaaltjes starten bij het allereerste begin, waar Poeh in Londen in een warenhuis zat te wachten op zijn nieuwe eigenaar.

Schrijfstijl en vormgeving
Het boek is prachtig beeldend geschreven door de ogen van een kleuter. De mooie kleurtekeningen zetten het verhaal kracht bij en geven extra sfeer. De donkerblauwe cover met daarom gouden tekst en illustraties trekken de aandacht en nemen je mee naar de wonderlijke droomwereld van Winnie de Poeh.

Thema’s in het boek
Het verhaal begint bij Winnie de Poeh die vanuit een warenhuis terecht komt bij Christoffer Robin thuis in Londen. Van daaruit komen er steeds meer personages bij en maak je kennis met de verschillende karakters. Samen beleven ze avonturen. Zo bouwen ze hutten, spelen verstoppertje, gaan naar het museum en gaan op zoek naar de Loeiertsjoezel. In de verhalen zit veel humor en vertedering.

Leeftijd
De liedjes van Poeh en de verwonderende uitspraken over ontdekkingen van de wereld om zich heen maken dit een boek waar kinderen vanaf 3 jaar heerlijk van zullen genieten en wegdromen.

Lesideeën bij dit boek
In de kleutergroepen kan je de verhalen laten naspelen door de kinderen met verkleedkleding of met handpoppen. Daarnaast kan je net als Poeh liedjes bedenken met de kinderen over het geleerde van de dag in de klas. Ook is het leuk wanneer de kinderen Poeh kunnen helpen met het leren van de dagen van de week of om Iejoor op te vrolijken wanneer hij somber is.

De titel van Het Tweede Waanzinnige Moppenboek zegt het al: dit boek zit vol met moppen! Oude, bekendere moppen, maar ook nieuwe, onbekende moppen én raadsels zijn allemaal in dit boek te vinden. De moppen zijn gesorteerd op thema en elk thema wordt kort ingeleid door een personage. Zo worden de hondenmoppen verteld door Blaffy de hond en neemt Kapitein Houthoofd de piratengrappen voor zijn rekening.

De kaft van het boek is knaloranje en staat vol met vrolijk gekleurde tekeningetjes van onder andere honden, kikkers en Andy en Terry (bekend van de Waanzinnige Boomhut-serie). Hoewel de kaft een bont gekleurd, aantrekkelijk spektakel vormt voor kinderen, is de binnenkant volledig in zwart-wit uitgegeven. Dit maakt de binnenkant echter niet minder spectaculair: op elke bladzijde staan wel een aantal grappige illustraties. Sommige illustraties zijn paginagroot, andere illustraties juist piepklein, maar op elke pagina is wel iets te zien.

Op iedere pagina van dit boek staat wel een mop, op sommige pagina’s zelfs meerdere. De ene mop is een raadsel van maar een paar woorden, terwijl andere moppen soms wel een hele pagina beslaan. De afwisseling in het boek, zowel tussen moppen en raadsels als tussen verschillende thema’s, maakt dat het boek voor elk wat wils heeft. Iedereen kan wel een keertje lachen met het Waanzinnige Moppenboek.

Kinderen vanaf groep 4 kunnen dit boek zelf lezen. Omdat het boek geen verhaallijn heeft, is het niet een echt voorleesboek. Toch zou je er af en toe een mopje uit voor kunnen lezen, bijvoorbeeld tijdens de dagopening in de klas. Je leerlingen beginnen de dag dan gegarandeerd met een lach!

Jij kan worden wat je wilt: Een drollenvanger, matrasspringer, bananenkromtrekker of toch liever een sprookjesdokter. In dit boek kom je de meest waanzinnige en grappige beroepen tegen. Kinderen die moeite hebben met lezen zullen vooral ook genieten van de kortere teksten en grappige illustraties. De verhalen kunnen zowel zelf worden gelezen als worden voorgelezen.

Schrijfstijl en vormgeving
Zo fantasierijk als de beroepen in het boek, is ook de inhoud ervan weergegeven. Er is gespeeld met kleur, lettertypes en lettergroottes, waardoor het er minder uitziet als een lap tekst. Daarnaast is er een mooie afwisseling van verhalen, interviews, lijstjes, vacatures, weetjes, artikelen en natuurlijk de hilarische tekeningen van Geert Gratema.

Leeftijd
Dit boek is erg leuk voor kinderen vanaf ongeveer 7 jaar. In de bovenbouw kunnen kinderen ook zelf de verhalen lezen.

Lesideeën bij dit boek
Het is in de klas leuk om de dag te starten of af te sluiten met een leuk weetje uit dit boek. De variaties aan butlers vinden de kinderen erg leuk. Het is dan ook leuk om hen zelf een butler te laten bedenken met de bijbehorende taken. Bijzondere beroepen in 3 vragen zijn simpele interviews die kinderen kunnen toepassen in het schrijven over hun eigen toekomstige (droom)beroep.

Stel, je bent eerstejaars aan een maritieme academie en je staat op het punt om het examenweekend in te gaan. Vlak nadat je de academie hebt verlaten wordt deze door een aanslag verwoest. Er is eigenlijk maar één optie: met een boot de oceaan op en zo proberen uit handen te blijven van de aanslagplegers. Dit is dan ook het enige dat Ana Dakkar en haar klasgenoten kunnen doen. Ze studeren aan Pencroft-Harding, een maritieme academie, en zouden een examenweekend op zee hebben. Maar dit gaat echter steeds meer op een militaire missie lijken. Tijdens de tocht op zee ontdekt Ana steeds meer over zichzelf en haar familie. Ze leert haar klasgenoten beter kennen, ziet in dat ieder zijn of haar kwaliteiten heeft. Deze kwaliteiten hebben ze hard nodig in hun strijd tegen de vijand. En waarom lijkt vooral Ana het doelwit van deze vijand te zijn?

Omdat het boek in de ik-vorm is geschreven, krijg je alle gedachtes en gevoelens van Ana mee. Dit helpt zeker om het verhaal spannend te maken. De auteur beschrijft de situaties echter wel zo dat je ook een beeld krijgt van wat er buitenom Ana gebeurt.
Het boek past prima onder de noemer ‘sciencefiction’: er worden bepaalde wapens, technieken en materialen in beschreven die op dit moment nog niet ontwikkeld zijn. Dit zorgt voor een aantal verrassende momenten in het boek.
Qua inhoud staat er regelmatig moeilijke woorden en begrippen in de tekst en sommige stukken zijn ingewikkeld om te lezen. Het boek past binnen ‘young adult’, al zouden goede lezers uit groep 7 en 8 het boek ook kunnen lezen.

Als je het boek in de klas gebruikt, koppel er dan deze onderwerpen aan:
- onderwaterwereld
- communicatie met dieren
- high tech
- artificiële intelligentie
- maritieme beroepen
- boeken van Jules Verne

Toen dit boek op mijn deurmat viel was ik gelijk enthousiast om het te gaan lezen! Wat een mooie omslag! Vanaf bladzijde 1 word je nieuwsgierig gemaakt om de hersenen verder te gaan ontdekken. Voor afwisseling in de tekst, zijn er diverse leuke en grappige proefjes en experimentjes toegevoegd om thuis of in de klas uit te proberen. De doelgroep, waaraan ik dit boek heb laten lezen, was ook erg enthousiast over de illustraties en de grappige weetjes. Deze leerlingen uit groep 5 zitten ook 1x per week in de Plusklas en daar is dit boek uitermate geschikt voor. Niet om voor te lezen, maar om zelf te lezen (vanaf 9 jaar) en gaan ontdekken hoe ons brein en dat van dieren werkt. Maar ook bijvoorbeeld hoe zwaar de hersenen zijn van dino’s, een walvis,  een olifant of een veldmuis. Verder wordt je brein in kaart gebracht en leer je alle (latijnse) benamingen in het brein. De illustraties in het boek zijn heel leuk en grappig en ze leggen de informatie goed uit. De illustraties zijn echt een toegevoegde waarde, zonder deze was het boek minder interessant geweest. De leerlingen (en de leeerkracht) waren in ieder geval erg enthousiast over dit boek en willen het graag hebben voor in de Plusklas.

Mijn groep 7/8 is gek op snelle en vooral grappige weetjes. Een energieke groep die veel vragen stelt. Toen dit boek op de mat viel werd deze met veel gejuich ontvangen. Het boek bevat heel veel geweldige weetjes. Het is leuk als je ’s avonds aan de keukentafel even iets ingewikkelds, op een simpele manier kunt vertellen. Het boek gaat over pittige onderwerpen maar worden duidelijk, met illustraties en veel humor uitgelegd waardoor je bijna zelf een professor wordt!

Ik had al een leerling in gedachten; een jongen die het moeilijk vindt om langere teksten te lezen en die een boek lezen ‘saai’ vindt; MAAR hij was meteen verkocht. Regelmatig kwam hij even vertellen wat hij had ontdekt. Wauw wist je dit al juf? Euh nee sommige dingen wist ik echt niet.
Hij heeft hem zelfs in de zomervakantie meegenomen om hem uit te kunnen lezen!

De leerlingen kunnen de teksten zelf lezen, ik pik er voor komend schooljaar een uit om er een Close Reading les bij te maken. Leuke teksten om in drie sessies uit te gaan pluizen en het tekenwerk te gebruiken bij lessen.
Het boek hoef je niet in een vaste volgorde te lezen; je kunt de onderwerpen per hoofdstuk lezen.
Na de zomervakantie zal het boek staan stralen op de kast vooraan in de klas. Ik verwacht dan ook niet dat het boek vaak in de boekenkast zal staan te wachten op een nieuwe lezer, er was nu al veel interesse vanuit de leerlingen. Ik bedoel: wie wil er nu niet weten van welk dier de scheten het meest stinken ;)

Wist je dat:
De draad van een spin gebruikt kan worden voor het maken van een kogelvrij vest? Een toekan zijn eigen verwarming en airco heeft onder zijn bek? Een schorpioen met spuug zijn prooi verteert en daarna opslurpt? Het allereerste dier op aarde de spons was? Deze en nog 317 andere dierenweetjes staan in dit mooie weetjesboek.

Schrijfstijl en vormgeving
Het boek is mooi vormgegeven. In de inhoudsopgave kan je keuze maken over welk soort weetjes je wilt gaan lezen. De weetjes starten met een aansprekende en grappige titel, waardoor je enthousiast wordt om de tekst eronder te lezen. De teksten worden op een vlotte en humoristische manier geschreven. De illustrator past die humor op een leuke manier toe in de tekeningen. De gekleurde patronen en titels zorgen voor een vrolijke uitstraling. Alle dieren spelen de hoofdrol in dit boek en springen er in de teksten dan ook goed uit door de vetgedrukte tekst.

Leeftijd
Dit boek is erg leuk voor kinderen vanaf ongeveer 7 jaar, maar zeker ook voor oudere kinderen en voor volwassenen.

Lesideeën bij dit boek
Het leuke aan dit boek is dat alle kinderen er enthousiast van worden, ook zwakkere lezers. Het is in de klas leuk om de dag te starten of af te sluiten met een leuk weetje uit dit boek. Dit weetje kan je zelf als leerkracht voorlezen, maar natuurlijk kan je ook kinderen een dag dit boek geven en hen aan het einde van de dag laten voorlezen of laten vertellen over het leukste weetje dat zij hebben gevonden in het boek. Zo enthousiasmeren de kinderen elkaar om te blijven leren, onderzoeken en ontdekken. De weetjes kunnen zeker ook goed gebruikt worden bij het ontwerpen van een eigen Grej of the day (Micael Hermansson).

Wat doe je als je als genoeg hebt van de jurken van je moeder en je wel eens wat nieuws aan wil doen? Juist, dan zorg je ervoor dat je een veelbelovende naaister in dienst neemt. Dat is precies wat Sebastian doet. Klein probleem, Sebastians ouders zijn de koning en koningin van België. Sebastian woont samen met hen in Parijs en hoewel hij verkleed het nachtleven geweldig vindt, moet alles wel geheim blijven. Naaister Frances wil de beste ontwerper van de wereld worden, maar zet deze droom opzij om het dubbelleven van Sebastian geheim te houden. Dit wordt echter steeds moeilijker, totdat het helemaal onmogelijk wordt.

Mooi sprookjesachtig verhaal, dat zich afspeelt in Parijs, aan de vooravond van de moderne tijd. Het boek is een graphic novel, waarin de tekeningen het verhaal meer dan versterken en ervoor zorgen dat je het boek zo uitleest.  De tekeningen zijn kleurrijk, er zitten close-ups tussen, de emoties spatten soms van de bladzijdes af.

Het verhaal zit vol spannende momenten. Je leeft mee met Sebastian, hopend dat zijn geheim niet uitkomt. Maar je leeft ook mee met Frances, omdat zij door Sebastians geheim ook niet degene kan worden die ze graag wil zijn.

Het worstelen met je eigen identiteit, dromen hebben die niet aansluiten bij verwachtingen van anderen en jezelf wegcijferen voor het geluk van een ander zijn de hoofdthema’s in dit boek. Vanwege deze thema’s is het boek te lezen in de bovenbouw. Omdat het boek een graphic novel is, is zelf lezen het handigst. Als je het boek in de klas wil gebruiken, dan kan je enkele bladzijdes of illustraties laten zien via het digibord. Het boek leent zich ook voor een groepsgesprek over de hoofdthema’s, waarin ruimte moet zijn voor ieders keuze en het respect hebben voor de keuze van iemand anders. Want waarom zou dit moderne sprookje geen werkelijkheid kunnen zijn…

Mijn groep is dol om door een atlas te bladeren. Dit boek viel bij binnenkomst dan ook snel in de smaak; vol interessante weetjes waar veel leerlingen dan ook wel echt van onder de indruk waren. 
Er stonden best wat moeilijke begrippen in, maar over het algemeen is het boek in duidelijke taal geschreven. Je voelt de krachtige boodschap die de schrijver wil meegeven.
Het boek is op gedeeld in vier delen. Je leest over hoe het klimaat werkt, over oorzaken van klimaatverandering, wat er invloed heeft op klimaatverandering en welke (kleine) acties je zelf kunt ondernemen. Het past dan ook in een thema dat op dit moment in veel scholen wordt besproken; hoe kunnen we de school duurzamer maken? De leerlingenraad gaat het boek gebruiken in hun presentatie om de urgentie van dit onderwerp duidelijk te maken, ook al zijn de dingen die we kunnen ondernemen klein, alles is beter dan niets doen is de mening van de leerlingenraad. 
Zij hebben zelfs het idee opgepakt om dit boek aan te dragen bij ‘de dorpstafel’ een initiatief in het dorp om gezamenlijk actiepunten met inwoners en leerlingen op te pakken. 
Het boek is vertaald en daardoor niet specifiek op Nederland gericht. Ik denk dat het dan de leerlingen nóg meer had aangesproken. 
Deze atlas is vooral geschikt om lekker door te bladeren, je hoeft het niet per se in een vaste volgorde te lezen.

Het sprookjesachtige prentenboek De redders van Ruigrijk is écht voor ieder kind. De diversiteit aan personages maakt dat vrijwel ieder kind zich in een personage kan herkennen. Rutger wil ridder worden en zit in een rolstoel, Ella wil prinses worden en is blind. Op de ridderschool zit een ridder met maar één arm, maar ook een ridder zonder handicap en zelfs een ridder die bang is voor spinnen. Kortom: dit sprookje geeft ieder kind een dapper personage waar hij of zij zich in kan herkennen. Dat is het mooie aan dit boek: het is inclusief.
 
Wat dit boek ook mooi maakt, zijn de paginavullende illustraties die je op elke bladzijde kunt vinden. Voor de illustraties, gemaakt door Esther Rosier, zijn veel donkere kleuren gebruikt. Deze donkere illustraties dragen bij aan de spanning in het boek. De kaft is hier een voorbeeld van: aan de donkere wolken en de woeste golven zie je direct dat Rutger en Ella een spannende overtocht maken.
 
De donkere illustraties contrasteren met de sprankelende boodschap van dit verhaal. Het is een verhaal over moed en doorzettingsvermogen, maar bovenal laat dit verhaal kinderen zien dat ze alles kunnen worden wat ze maar willen. 
 
Al vanaf groep 1 en 2 kan je dit boek voorlezen in de klas. Het past uitstekend binnen thema’s als ‘sprookjes’ en ‘ridders’ in de kleuterklas. Het boek leent zich ook goed als startpunt voor lessen beeldende vorming of techniek in ieder leerjaar. In de onder- en middenbouw kan bijvoorbeeld een vuurspuwmachine ontworpen worden, net als hoofdpersoon Rutger deed. Met de bovenbouw kan een pretpark of speeltoestel ontworpen worden dat voor iedereen toegankelijk is. Een opdracht geheel in de stijl van dit boek, dat uitkwam ten tijde van de opening van Het Nest, een rolstoeltoegankelijk speelpark in De Efteling. 

Lucie verhuist met haar 5 jarige broertje Benno en ouders vanuit Berlijn naar een klein dromerig stadje vlak bij de Nederlandse grens. Ze komen terecht in Villa Evie, wat eigenlijk een oud krot is dat op instorten staat. Lucie komt er al snel achter dat er iets mysterieus is aan Villa Evie en de kas achterin de tuin. Er hangt een geheim in de lucht.

Schrijfstijl en vormgeving
Het boek is filmisch geschreven, wat veel kinderen echt aanspreekt. De tekening op de cover met parfumflessen en kleurige dampen trekt meteen de aandacht. De handgeschreven stukken uit het expeditie dagboek en receptenboeken maken dat je als lezer nog meer wordt meegetrokken in de ontdekkingen van Lucie. De geurenkaart die is bijgevoegd achterin het boek maakt het nog levendiger.

Thema’s in het boek
Het boek heeft alles in zich dat kinderen aanspreekt. De spanning van het steeds meer ontdekken van het geheim dat onder Villa Evie verborgen ligt en het geheim van tuinman Willem. Het verdriet van het kwijtraken van je eigen ouders. Maar ook de lol over de werking van de verschillende parfums. Zo kan een parfum bijvoorbeeld ook alles doen terugspoelen. Wil je een stap vooruit dan ga je achteruit. En natuurlijk heeft dit boek ook een heleboel magie. Je ontdekt met Lucie een andere wereld.

Leeftijd
Dit boek kan goed worden voorgelezen vanaf 10 jaar en zelf worden gelezen vanaf 12 jaar.

Lesideeën bij dit boek
In de klas kan je alle kanten op met dit boek. Zo kan je een onderzoekje doen naar de geur van planten en bloemen, een eigen parfum ontwerpen, of planten laten groeien in een kweekkas in de klas. Daarnaast is dit boek een mooie aanleiding om het te hebben over vertrouwen en het bewaren of verstoppen van geheimen.

Oskar Kroon – Wachten op de wind

De auteur neemt je mee naar een eiland, waar het nogal rustig lijkt. Voor hoofdpersoon Wieke is het echter de perfecte plek om daar bij haar opa de zomervakantie door te brengen en zo even weg te zijn van alles wat er op vaste land gebeurt en gebeurd is. Elke dag ziet er ongeveer hetzelfde uit en Wieke heeft genoeg aan het gezelschap van opa en aan de natuur van het eiland.
Beetje bij beetje knapt Wieke een snipa (een soort boot, gekregen van haar opa) op en in hetzelfde tempo kom je steeds meer te weten over Wieke. Een ontmoeting met Rut verandert Wieke en net op het moment dat de beginnende vriendschap met Rut uitgroeit tot iets meer, gebeurt er iets waardoor Wieke terug moet naar het vasteland.. Zal ze daarna deze zomer nog terug kunnen keren naar het eiland?

Doordat het verhaal in de ik-vorm is geschreven, krijg je alle gevoelens en gedachten van Wieke mee en word je echt meegenomen in het verhaal.

Het boek kan worden voorgelezen, maar vanwege de schrijfstijl is het verhaal misschien makkelijker om het zelf te lezen (vanaf 11 jaar). Mocht je het boek voorlezen in de klas, dan zijn dit een aantal lessuggesties bij het boek:

• Een plattegrond maken van het eiland, op basis van de beschrijving uit het boek
• Informatie opzoeken over de vogels en andere dieren die worden genoemd
• Een tekening of beschrijving maken van de boot van Wieke

Het goed geschreven verhaal, met daarin een aantal verrassende wendingen, maken van ‘Wachten op de wind’ een erg mooi boek om te lezen.

Schrijfster: Mathilda Masters

Illustraties van Louize Perdieus

Doelgroep: groep 7, 8 voor leerlingen vanaf 10 jaar.

“Wist je dat de oren van een mens tot 70 jaar blijven groeien? Of wist je dat er in de Middeleeuwen ook vrouwelijke ridders waren? En wist je dat de grootste piramide ter wereld niet in Egypte staat maar in…….Mexico?”

Dit boek staat vol met superslimme en leuke Weetjes, niet alleen voor kinderen vanaf 10 jaar, maar ook voor volwassenen! Er staan wel 312 grappige, interessante, leerzame, rare en fascinerende Weetjes in dit 287 pagina’s telde boek. Allerlei categorieën komen aan bod: Dieren, menselijk lichaam, sport, beroemde mensen, geschiedenis, planeten, wetenschap en nog meer! Kortom voor iedereen staat er wel een interessant onderwerp in, waar je meer over te weten wilt komen. De illustraties zijn leuk en grappig getekend en passen bij de onderwerpen. Er zijn rustige kleuren gebruikt, dat leest erg prettig. Ik vind niet alle hoofdstukken interessant, maar die sla ik dan over en dan lees ik de onderwerpen die ik wel interessant vind zoals bijvoorbeeld “beroemde en beruchte mensen”. Ik heb dit boek ook laten lezen aan de doelgroep, paar leerlingen uit groep 8 van Daltonschool de Leilinde. Hun reacties waren: Wouw, wat een mooi en dik boek! Mooie afbeeldingen, interessant boek met leuke weetjes.

Dit boek is goed te lezen voor leerlingen vanaf 10 jaar. Het is geen voorleesboek, maar het is wel te gebruiken ter aanvulling van de les, bijvoorbeeld over menselijk lichaam, geschiedenis, natuur & techniek. De weetjes die in het boek staan zijn heel divers qua onderwerp. Deze staan per onderwerp allemaal bij elkaar. Je kunt dus het boek van voor naar achter lezen, of gewoon de onderwerpen eruit pikken die je zelf interessant vindt. Voor alle nieuwsgierige kinderen een superleuk boek om te krijgen!