10 vragen aan Mathilda Masters

Aangezien we alles over de leukste kinderboeken willen weten, willen we ook alles van de leukste kinderboekenmakers weten. Daarom kiezen we elke maand een maker uit die we tien vragen stellen. Dit keer vragen we kinderboekenschrijfster Mathilda Masters het hemd van het lijf. Wil je weten hoe ze het vindt om verhalen te schrijven? Of ben je benieuwd wat haar favoriete boek is? Lees dan verder!

Even voorstellen

Mathilda Masters is ontdekkingsreiziger. Ze heeft haar beroep gemaakt van het ontdekken van nieuwe continenten en landen. Dat is niet gemakkelijk, want de meeste landen zijn al ontdekt. Als Mathilda niet ontdekkingsreist, schrijft ze over haar avonturen. En als die avonturen niet avontuurlijk genoeg zijn, verzint ze er gewoon wat bij. Je kent haar vast van de kinderboekenserie De keukenprins van Mocano of de toegankelijke non-fictie reeks: 321 superslimme dingen die je moet weten over ... Onlangs verscheen ook het vrolijke leesboek Obi en Tito Tapir.

Foto: © Johan Jacobs

VRAAG 1: WANNEER BEN JE BEGONNEN MET SCHRIJVEN?

Ik las en schreef als kind al graag. Toen ik op de basisschool zat, schreef ik een kort verhaal en stuurde het naar een tijdschrift dat op alle scholen gelezen werd. Tot mijn verbazing werd het gepubliceerd en won ik een kleine prijs. Mijn besluit stond vast: ooit zou ik kinderboekenschrijver worden. Ik bleef verhalen en gedichtjes bedenken, schreef voor het schoolblad, was freelancejournalist voor een plaatselijk krantje, werkte als uitgever en werd uiteindelijk journalist bij een aantal dagbladen en tijdschriften. Toch zou het nog een tijdje duren voor ik de sprong naar het boeken schrijven waagde…

VRAAG 2: HOE BEN JE KINDERBOEKENSCHRIJVER GEWORDEN?

In 2001 nam ik drie maanden ‘ouderschapsverlof’ om even op adem te komen van een (te) drukke baan bij de krant. Ik wilde vooral wat meer tijd bij mijn kinderen doorbrengen. Maar stilzitten is niets voor mij. Ik was thuis met Wannes en Flo maar schreef ook een verhaal: ‘De TV-mama’. Het ging over een moeder die te hard werkte en geen tijd had voor haar kinderen. 

De uitgever waar ik na mijn ouderschapsverlof werkte, vond het goed genoeg om er een boek van te maken. Dat was in 2002. Ik wilde heel graag nog meer (kinder)boeken schrijven, maar tussen droom en daad zaten veel praktische bezwaren. Ik was intussen weer journalist en vond daar voldoening in.

In 2007 kreeg ik een nieuwe kans. Op een persconferentie vroeg een uitgever van Lannoo me of ik geen boek wilde schrijven als ghostwriter. En zo begon het avontuur opnieuw… Als ghostwriter schreef tientallen (lifestyle- en kook)boeken, maar er kwamen ook een paar thrillers bij naar aanleiding van de televisiereeks Code 37. In 2015 besloot ik definitief mijn eigen koers te varen en kinderboeken te schrijven. Het begon met De Keukenprins van Mocano en daar kwamen snel een aantal weetjesboeken bij. 321 Superslimme Dingen die je moet weten… werd wereldwijd een succes. Intussen ben ik acht jaar fulltime kinderboekenschrijver met elk jaar (minstens) een verhaal en een weetjesboek. Mijn kinderdroom kwam uit.

VRAAG 3: WAT VIND JE LEUK AAN SCHRIJVEN?

Laat me eerst iets duidelijk maken: ik vind boeken schrijven meestal maar niet altijd leuk. Soms is het gewoon moeilijk en frustrerend. Het verhaal klopt niet. Je bent de draad kwijt. De zinnen zitten in je hoofd maar raken niet op het papier. Een stuk van een weetje is interessant maar veel te moeilijk om uit te leggen.

Maar als het lukt, is het magisch. Je voelt gewoon dat een stuk tekst goed zit. Je weet dat een weetje de nieuwsgierigheid van kinderen gaat prikkelen. Je beseft dat je net een stuk geschreven hebt dat kinderen én volwassenen aan het lachen kan brengen.

Het schrijverschap opent daarnaast ook andere mooie deuren. Ik ontmoet elk jaar duizenden kinderen om te vertellen over mijn boeken tijdens lezingen. Dat zijn intussen kleine voorstellingen geworden waarin ik me helemaal smijt. Ik volg lessen theater en uitspraak. Ik mag mijn boeken inlezen voor kinderen met dyslexie. Ik mocht een scenario schrijven voor een escaperoom én erin meespelen. Binnenkort mag ik naar Madrid om te vertellen over mijn boeken. Ik ben elke dag met wat anders bezig en laat dat nu precies het leven zijn dat ik altijd wenste.

VRAAG 4: HOE KOM JE AAN IDEEËN?

Ik draag altijd een klein notablokje bij me waarin ik de dingen die in mijn hoofd opkomen noteer. Dat kan een idee zijn voor een verhaal, maar ook een weetje, iets interessants dat ik ergens oppik, een grappige naam, een voorval.... Tijdens mijn lezingen ontmoet ik kinderen (en leraren en bibliothecarissen…) die me heel vaak inspireren. Ik lees de krant en haal er ideeën uit voor weetjes én verhalen. Ik kijk graag documentaires. Ik reis graag. Overal ligt er wel iets dat interessant kan zijn om mee aan de slag te gaan.

VRAAG 5: HOE WEET JE ALLES WAT JE SCHRIJFT IN JE BOEKEN?

De informatie uit de weetjesboeken komt vooral uit bibliotheken. Voor ik aan een boek begin, ga ik een heleboel ‘moeilijke boeken’ uit de bib halen. Daar haal ik zaken uit die ik interessant vind en probeer ze te vertalen in kindertaal. Vaak zoek ik er extra zaken bij die het net iets leuker, spannender of grappiger maken. Ik kijk ook heel veel documentaires over bepaalde onderwerpen. Dan lig ik lekker op de sofa en denk: ‘kijk mij nou werken!’

VRAAG 6: WAT IS JE FAVORIETE BOEK?

Mijn favoriete boek ever  - en het is een cliché – is Sjakie en de chocoladefabriek. Ik heb het meer dan honderd keer gelezen en ik blijf het geweldig vinden. Naast Mathilde natuurlijk – vooral omdat dat mijn naam is :-).

Als het om volwassen romans ga, blijf ik trouw aan de boeken van John Irving. Ik vind zijn latere werken wat te moeilijk, maar The World according to Garp, Setting Free the Bears, Hotel New Hampshire, The 158-Pound Marriage  en al die andere fantastische romans zijn stuk voor stuk parels.

VRAAG 7: HEB JE HUISDIEREN?

Helaas viel poes Biebster vorig jaar plots dood neer. Sindsdien moet ik het doen met de slakken in de tuin en af en toe een verdwaalde muis.

VRAAG 8: WAT ZIJN JE HOBBY'S?

Ik doe heel veel dingen graag en er komen regelmatig nieuwe zaken bij. Ik denk onder andere aan handwerken (breien, haken, zelf kleren naaien maar ook sashiko-borduren en temari-ballen maken), tekenen en schilderen, ijsberen (dat is buiten gaan zwemmen in de winter), zo vaak ik kan reizen, verre wandelingen maken, fietsen, koken (vooral nieuwe technieken en keukens uitproberen), naar het theater en naar concerten gaan,… Het is best mogelijk dat er morgen weer een nieuwe hobby bijkomt – maar dat weet ik dus nog niet.

VRAAG 9: WAT IS JE LIEVELINGSETEN? 

Ik doe heel veel dingen graag en er komen regelmatig nieuwe zaken bij. Ik denk onder andere aan handwerken (breien, haken, zelf kleren naaien maar ook sashiko-borduren en temari-ballen maken), tekenen en schilderen, ijsberen (dat is buiten gaan zwemmen in de winter), zo vaak ik kan reizen, verre wandelingen maken, fietsen, koken (vooral nieuwe technieken en keukens uitproberen), naar het theater en naar concerten gaan,… Het is best mogelijk dat er morgen weer een nieuwe hobby bijkomt – maar dat weet ik dus nog niet.

VRAAG 10: WIE MAAKT DE TEKENINGEN IN JE BOEKEN? 

De verhalenboeken (De Keukenprins van Mocano, Obi & Tito Tapir) zijn geïllustreerd door Georgien Overwater. Georgien heeft het ongelofelijke talent om in mijn hoofd te kunnen kijken en de illustraties te maken die ik zelf niet eens kan verzinnen (laat staan tekenen!). Ze is geweldig.

Voor de Superslimme Dingen boeken maakt de fantastische Louize Perdieus de illustraties. Zij is onovertroffen in het tekenen van alles wat met natuur te maken heeft – een thema dat in de weetjesboeken vaak aan bod komt.

Dank je wel Mathilda voor je leuke antwoorden! 

Bekijk hieronder 5 boeken van Mathilda Masters

↓