10 vragen aan Q&A Mátyás Bittenbinder en Barend Last

Aangezien we alles over de leukste kinderboeken willen weten, willen we ook alles van de leukste kinderboekenmakers weten. Daarom kiezen we elke maand een maker of makers uit die we tien vragen stellen. Dit keer vragen we de makers van Gif in het dierenrijk en Gevaar in het plantenrijk het hemd van het lijf. Wil je weten waar ze hun inspiratie vandaan halen? Of ben je benieuwd wie zij bewonderen? Lees dan verder!

Even voorstellen

Mátyás Bittenbinder (links) is een jonge bioloog en promovendus verbonden aan Naturalis en de VU Amsterdam, waar hij onderzoek doet naar slangengif. Matyas was recent te zien en te horen bij het Klokhuis, RTL nieuws, NPO Radio 1 en 2, en was huisbioloog van De Vooravond.

Barend Last (rechts) is zelfstandig onderwijskundige en veelgevraagd spreker en trainer op het gebied van onderwijs. Daarnaast is hij auteur van diverse boeken. In 2020 verscheen zijn debuut Kleine held op sokken en volgden er meerdere kinderboeken. Daarnaast is hij vaste voorlezer bij De Voorleeshoek.

Samen schreven zij het boek: Gif in het dierenrijk. En onlangs verscheen hun nieuwe boek Gevaar in het plantenrijk. Hierin laten ze je kennismaken met de verrassingen van het plantenrijk aan de hand van een heleboel weetjes en feiten, prachtige illustraties en foto's én levendige verhalen die de je meenemen naar de tijd van de oude Grieken, de heksentijd en natuurlijk naar het bos in je achtertuin. 

VRAAG 1: WAT WILDE JE WORDEN TOEN JE TIEN WAS?

Mátyás: Bioloog, al wist ik toen nog niet precies wat dat was. 
Barend: Toen ik 10 was, was ik altijd te vinden op mijn skates. Ik rolde van elke ramp en sprong van elke trap die ik tegenkwam. Ik was dus helemaal niet bezig met wat ik later wilde worden, ik leefde in dat moment. Dus ik had geen grote droom om iets te worden, en eigenlijk weet ik nog steeds niet wat ik later wil worden. Eerlijk gezegd vind ik dat ook wel fijn, dan kan ik er namelijk altijd nog voor kiezen om iets anders te gaan doen.  

VRAAG 2: WAAROM EN HOE BEN JE KINDERBOEKENSCHRIJVER GEWORDEN?

Mátyás: Omdat ik het jammer vond dat er geen kinderboek over giftige dieren bestond! Als kind heb ik dat eigenlijk wel gemist, had het tof gevonden als dat er wel was geweest! 
Barend: Vroeger stond ik als Meester Barend voor de klas. Een van de leukste activiteiten, was het voorlezen en vertellen van verhalen. Elke dag bij de pauze las ik voor of vertelde ik een verhaal, en op een gegeven moment besloot ik die verhalen eens zelf op te gaan schrijven. Het verhaal dat ik wilde vertellen ging over mijn vader. Die was een paar jaar daarvoor veel te vroeg gestorven, en ik wilde hem tot leven wekken in een grappige manier. Toen ben ik mij gaan verdiepen in hoe je een kinderboek schrijft. Het duurde 6 jaar voordat mijn boek af was. Maar ik had de smaak zo te pakken gekregen, dat ik ook andere verhalen ging schrijven. Zo bleef de bal maar rollen.

VRAAG 3: VAN WELKE FOUT HEB JE VEEL GELEERD EN KUN JE ALS TIP AAN ANDEREN MEEGEVEN?

Mátyás: Gestructureerder aan het schrijfwerk beginnen. Begin met een plan, denk aan deadlines en begin niet lukraak aan het schrijven.  
Barend: Een verhaal te snel af willen hebben. Soms moet je een idee laten rijpen, als een goede kaas die steeds meer smaak krijgt hoe langer hij rust. Door een verhaal even met rust te laten, kun je er later weer met frisse ogen naar kijken. Vaak doe ik dat dan ook via een ander medium dan mijn computer. Ik print het uit, of lees het op mijn smartphone. Ook doe ik dat dan vaak hardop. Dat klinkt gek, maar na een tijdje, op een nieuwe manier en hardop zorgt ervoor dat je jouw verhaal in een nieuw daglicht beziet.

VRAAG 4: WIE BEWONDER JE?

Mátyás: David Attenborough
Barend: Schrijvers van vroeger, die alles met de hand deden en geen spellingscontrole hadden. Dan moet je pas echt goed nadenken over elk woord dat je schrijft.

VRAAG 5: WAAR HAAL JE JE IDEEËN VANDAAN?

Mátyás: Door om me heen te kijken als ik in de natuur sta.
Barend: Meestal ga ik wandelen. Dan krijg ik de meeste ideeën. Ook komen ze vaak op rare momenten, of ik droom ze. Als ik dan een idee krijg, pak ik mijn digitale notitieboekje of ik spreek een stembericht in.

VRAAG 6: OVER WELK ONDERWERP WIL JE NOG EEN BOEK SCHRIJVEN?

Mátyás: Ontdekkingsreizigers van vroegere tijden, zoals Darwin of Wallace.
Barend: Te veel om op te noemen, maar in elk geval ligt er een idee te rijpen over een bomenboek voor kinderen. Dat wordt mijn allermooiste project ooit, en ik mag het van mijzelf pas maken als ik een uitgever vind die mij de volledige artistieke vrijheid geeft om het boek te maken zoals ik dat wil.

VRAAG 7: WAT IS JE FAVORIETE BOEK?

Mátyás: Origin of Species [red. Het ontstaan van soorten van Charles Darwin] 
Barend: Spaghetti van Menneti. Dat boek is zo grappig, fijn geschreven en leuk om voor te lezen. Echt geweldig!

VRAAG 8: WANNEER HEB JE VOOR HET LAATST OM JEZELF GELACHEN?

Mátyás: Toen ik samen met mijn pa en met biertje aan een watertje zat te wachten in de hoop een bever te spotten (die zou daar ‘s avonds voorbij zwemmen). En dat het toen ineens keihard ging regenen. Toen dacht ik wel wat heb ik soms rare hobby’s. 
Barend: Zo’n 2 minuten geleden, ik lach mezelf heel vaak uit. Dat komt omdat ik ook vaak domme dingen doe of zeg. Dingen die anderen dan heel raar blijken te vinden, maar ik zelf niet. Ik heb maar geaccepteerd dat dat bij mij hoort. Weet je wat het is? Het leven smaakt net wat zoeter als je het af en toe met een korreltje zout neemt…

VRAAG 9: WAT ZIJN JE HOBBY'S?

Mátyás: Ja, zie het antwoord hierboven.
Barend: Schrijven en werken. Dat klinkt gek, want sommige mensen zien schrijven als werken. Maar ik niet. Schrijven is iets anders. Schrijven is creëren. Ik verdien er ook niet veel geld mee. Daarom werk ik er nog naast. Maar ook mijn werk is mijn hobby. Ik heb een eigen bedrijf, en dat betekent dat ik mijn eigen baas ben. Daar houd ik wel van, mijn eigen baas zijn. Dan kan je altijd alles doen zoals jij dat wilt, en als je dan een fout maakt of je werk niet goed doet, is dat ook helemaal jouw eigen schuld. Dat werkt voor mij het allerbest.

VRAAG 10: WAT IS JE LIEVELINGSETEN? EN JE LIEVELINGSKLEUR? EN JE LIEVELINGSDIER? 

Mátyás: Italiaans, donkerblauw en moeilijk kiezen.
Barend: Lievelingseten: lasagne van mijn moeder. Lievelingskleur: oranje en blauw. Lievelingsdier: de cheeta, het snelste landdier ter wereld.

Dank jullie wel Mátyás en Barend voor de leuke antwoorden! 

Bekijk hieronder Gif in het dierenrijk en Gevaar in het plantenrijk 

↓