Na altijd in een flat te hebben gewoond, is het de ouders van Josh en Aaron dan eindelijk gelukt om een huis te kopen. Een huis dat onverkoopbaar is voor de makelaar. De vorige eigenaar leefde een kluizenaarsbestaan en eigenlijk weet niemand wie hij was en wat er precies is gebeurd. Feit is dat het huis een curiositeit is. Aan de buitenkant kan het zeker een likje verf gebruiken, maar het grootste wonder begint wanneer je de drempel overstapt. In het huis lopen alle vloeren scheef en de wanden staan volgeschreven met teksten, formules en moeilijke woorden. Josh vindt het verschrikkelijk, maar zijn vader ziet het als een buitenkans. Hij werkt in het museum en samen met de jongens gaat hij op ontdekking uit. Het huis blijkt veel geheimen te hebben, klaar om onderzocht te worden. Wanneer zijn vader echter per ongeluk een moord begaat, mensen in de buurt overlijden en Josh en Aaron van het ene avontuur in het andere vallen wordt het noodzakelijk om de geheimen van het huis te ontrafelen.
Een volkomen onvoorspelbaar verhaal, waarbij je als lezer telkens wordt verrast. Het doet denken aan een verhaal van Roald Dahl. In eerste instantie rol je, net als Josh en Aaron, van de ene gekke gebeurtenis in de andere. Na een tijdje wordt echter het onderliggende verhaal duidelijk en blijkt dit boek opnieuw een verrassing. Een verborgen verhaal over vriendschap, liefde en verdriet. Maar ook over nieuwe ontdekkingen, kansen en hoop.